We starten het jaar met een herhaling van de audiovisuele technieken voor de instromers.

Het gebruik van de digitale camera en het montageprogramma (Adobe Première) worden opnieuw overlopen. Techniek is ons hulpmiddel, zeker niet ons doel.

De leerlingen krijgen meerdere korte praktijkopdrachten. Dit zijn toepassingen op het ontwikkelen van de filmtaal. Enige theorie met bestaande voorbeelden worden gegeven om het inzichtelijke te ondersteunen.

De opdrachten zijn speelse toepassingen om de zin in het creatieve proces van het film maken te stimuleren. We vertrekken bij de pioniers Méliès en de gebroeders Lumière en verkennen de ‘arthouse cinema’.

Elke opdracht wordt voorafgegaan door het ontwikkelen van een idee en het uitwerken van een storyboard. Compositie, beelduitsnede, camerastandpunt, handelingsas, locatie, decor, geluid en muziek zijn belangrijke aspecten die we bij elke oefening bespreken.

In het 2de semester werken we rond de opbouw van een scène. We onderzoeken de typering van een personage, conflictsituaties en de ontwikkeling van de totale scène tot en met een eventuele plottwist. Alle cinematografische aspecten van een bestaande scène worden geanalyseerd om deze nadien zelf te gaan toepassen.

De examenmomenten in december en juni zijn belangrijke praktijkopdrachten waarbij ook het hele proces wordt geëvalueerd.

Doorheen het jaar onderzoeken de leerlingen bestaande audiovisuele werken en dit op zelfstandige basis en ook tijdens onze schooluitstappen komen zij in aanraking met audiovisuele kunst. Ervaringen en reflecties hierover worden bijgehouden in hun logboek.